204. Naar Delfzijl

Gisteravond hadden we zin in een verzetje en vonden we het gezellig om nog even koffie met elkaar te drinken. Buitenzitten kon niet vanwege het weer, maar gelukkig, de bemanning van de Freyja bood hun schip (alweer) belangeloos aan. Dat heb je als je een van de grootste en ruimste schepen hebt! Het was uitdrukkelijk geen palaver dus we zwetsten er maar wat op los. Heel gezellig. Het enige vermeldingswaardige feit was dat er een prachtige regenboog stond. Fre heeft er vast mooie foto's van gemaakt.

Elliott is vanmorgen al vroeg op en ziet achter het gebouw van de jachthaven een hele grote, dikke, zwarte rookpluim vanaf het eiland het wad op drijven. Hij maakt nog een grapje naar de havenmeester wie er nu aan het barbequen is, maar die kijkt en verschiet van kleur. De spekrokerij blijkt in brand te staan. De rest van de ochtend rijden de brandweerwagens van het eiland af en aan.

Saskia heeft elke keer reuze pret als ze ons van achter het regengordijntje de kuip in ziet kruipen. We zijn net konijnen vindt ze... Ze kan haar lol op want met al die regen maken we veelvuldig gebruik van ons super de luxe, ultra handige BLOKKER tafelzeiltje.


Vanmorgen is het weer hetzelfde als alle voorafgaande dagen: wind, dan zon, dan regen. Volgens alle weersvoorspellingen die we raadplegen gaat de wind echter wat afnemen en blijft het waarschijnlijk vanaf de middag droog. Dat klinkt ons als muziek in de oren! We besluiten dan ook om kwart voor 1 te vertrekken. Gelijk na het palaver, we zijn er nu allemaal toch, vragen we een vriendelijke jongeman een groepsfoto van ons te maken. 


We zijn niet de enigen die rond die tijd de touwen losgooien. Een heel contingent Nederlanders neemt met ons de kuierlatten richting huis. In het zeegat tussen Norderney en Juist is het dikke pret. Het lijkt wel een wasmachine. Grote golven van alle kanten, brekers die angstig dichtbij over de banken rollen. We hebben geleerd van de vastloper van de Freyja en ronden ruim de bocht... Bob krijgt nog een fijne breker over en zegt dat hij tot op zijn onderbroek nat is. Mannen kunnen zo overdrijven...

Eenmaal onder Juist kalmeert de zee. We hebben het zeil bij staan maar laten de motor ook meelopen. We hebben een dergelijke strakke planning dat we ons geen tijdsverlies kunnen veroorloven. We hebben een heel eind varen voor de boeg met flinke stukken stroom tegen en twee wantijen die we moeten passeren. Daarbij willen we het liefst ook nog voor donker aankomen.

Het loopt allemaal voorspoedig. We houden ons exact aan ons spoorboekje. Het weer ook: de wind gaat inderdaad wat liggen, de zon blijft schijnen en er valt geen spatje regen. Deze dag is al het wachten meer dan waard geweest! We moeten er niet aan denken dat we met windkracht 5 of meer op deze grote open watervlakte tegen de stroom en de golven op hadden moeten boksen. We hebben een vrij ontspannen ritje zo. 

Het tweede wantij zorgt nog wel even voor wat hoofdbrekens. De kleine tonnen liggen ver uit elkaar, op onverwachte plaatsen en we moeten ook nog tegen de zon in turen. De verrekijker komt er aan te pas en met behulp van het electronische navigatieprogramma zoeken we onze weg. Zonder dat was het een stuk moeilijker geweest.

Hoe dichter bij Delfzijl, hoe groter de schepen. Gelukkig dat we naast de vaargeul kunnen varen.


Ruim voor donker komen we in Delfzijl aan. Daar moet op gedronken worden, dus we verklaren het gesloten terras van zeilvereniging Neptunus zelf voor geopend en gaan daar, heel brutaal, met onze borrels, nootjes en hapjes gewoon zitten. Het blijft nog lang onrustig in de haven...






Geen opmerkingen:

Een reactie posten