192. Naar Norderney

Dat is een vroegertje vanmorgen: de wekker gaat om kwart voor 5. Het begint al wat te schemeren buiten. Om half 6 gooien we los. De bemanning van de Clochard is nog niet helemaal wakker want ze vergeten bijna het electriciteitssnoer los te koppelen. Onderweg zien we de zon opkomen. 


We tuffen rustig naar de sluis. Daar mopperen we weer lekker op de vieze, gladde, groene touwen en muren. Dat krijg je met dat verval. 



Het is heerlijk weer. Een blauwe lucht, een lekker windje en een prima temperatuur. Dit is genieten! Jammer genoeg varen we voorop en we zijn dus goed de klos. Wij moeten al het navigeerwerk doen...
Het wordt een prachtige tocht. Slingerend langs de prikken van het Memmert-Wattfahrwasser. Praktisch de hele route is te bezeilen behalve een enkel smal, ondiep stukje tegen de wind in waar we dan ook nog een passagiersboot en een trimaran tegenkomen. Gerard is blij dat hij zijn genua er weer op heeft staan. Zeilen met een fok vindt hij maar niets. We noemen hem al genua Gerard.


Om 11 uur arriveren we in de haven van Norderney. We hebben er dan voor ons gevoel al een hele dag opzitten. Het is maar goed ook dat we zo vroeg zijn want er is al bijna geen plekje meer te vinden. De Freya kan nog net terecht op een kopsteiger en de andere zes boten vinden nog plek aan een drijfsteiger in een hoek van de haven. De parasols, zonnetentjes en windvangers worden geinstalleerd en dan is het gauw in de schaduw, siesta houden...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten