201. Juist

Er waait een harde wind, het is droog maar wel fris. We lopen op ons gemak naar de haven, naar de Frisia X. De kapitein zet er flink de benen in. We volgen geinteresserd de boeien en de prikken die hij volgt want het is hier een verwarrend stuk vaarwater en eerstdaags varen we hier zelf ook. We hopen dat hij voldoende plaatselijke kennis heeft want we merken dat hij nu en dan hele stukken van de route afsnijdt. Hier en daar raken we zelfs even de grond. 



Op Juist gearriveerd, komt de reguliere veerdienst uit Norddeich ook net aan. We verbazen ons over de kruiers van de diverse hotels/pensions die met karretjes achter hun (veelal electrische) fietsen de koffers voor de gasten wegbrengen. De kleine karretjes worden tot de nok toe vol geladen. Je snapt niet dat een fiets dat trekken kan. 


Ook staan er allemaal handkarretjes voor de gasten klaar. De naam van de accomodatie erop.  Klaar om zelf te beladen en mee te slepen. Gelukkig is het dorp niet groot en hoef je nooit erg ver te lopen...


Een taxi standplaats op Juist ziet er ook wat anders uit dan elders. Geen auto's maar paard en wagens staan netjes in het gelid opgesteld. Alles wordt hier ook per paard en wagen vervoerd. We zien er zelfs een met drie fietsen langs de zijkant gebonden.



Een vriendelijk dame wil wel een foto van ons maken. Bij het plaatsnaambord van Juist. Dat aanbod slaan we niet af. Ze heeft goed haar best gedaan: de foto is leuk gelukt! 
Op de foto missen Auke en Elliott. Zij zijn vandaag niet meegeaan omdat ze Juist al eens gezien hebben. Achteraf hoor ik dat de twee heren hebben gefietst en dat Elliott de vuurtoren heeft beklommen. Ze zouden ook een stukje over het strand lopen maar kwamen onverwachts bij een FKK-strand uit. De broek uit: dat vonden ze maar niets dus ze zijn verder gefietst.
Op het eind van de tocht maken we zeker nog een foto van de complete groep!


Het dorp is maar 500 meter breed. In no time loop je naar de Noordzeekust. Prachtige brede, witte zandstranden zien we daar, bezaaid met kleurige strandstoelen. Het statige, imposante Kurhaus zie je overal bovenuit steken. Eke en Gerard boffen: zij mogen bovenin de glazen koepel van het uitzicht genieten.


Er lopen tal van wandelpaden over het eiland. We slenteren langs het strand, door duinen en door smalle straatjes. Van veel straten zijn alleen de trottoirs verhard. Het gedeelte van de rijbaan is vaak niet geplaveid; speciaal voor de paard en wagens neem ik aan. Een bijzondere gewaarwording. 



Joost is samen met mama, met opa en oma mee op vakantie op de Noest. Hoewel hij het enige kind is tussen allemaal oudere deelnemers, hebben we geen centje last van hem. Hij gedraagt zich als een model kind. Om dat nog eens te benadrukken, kopen we een model van de Frisia X, de boot waarmee we naar het eiland zijn gekomen, voor hem.


De ingang van de jachthaven wordt gemarkeerd door een markant kunstwerk dat (volgens ons) de zeilen van een boot voorstelt. Je kan er ook een stukje inklimmen en vervolgens de havenkom van bovenaf bekijken; een mooi panorama geeft dat.




Het weer is opgeknapt. Zodra we voet op Juist zetten, begon de zon te schijnen. Dat was wel nodig ook, want het was koud op het bovendek van de boot. We warmen weer wat op en de zon blijft verder  de hele dag schijnen totdat we terug op Norderney weer aan land gaan. Er komt een hele donkere onweerslucht aan. We stappen flink door en zijn net weer in onze jachthaven als de bui boven ons hoofd losbarst. Maar wat geeft het: we hebben een prachtige dag gehad en gaan nog even lekker warm en droog in ons eigen scheepje nagenieten van alles wat we vandaag gezien hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten