69. Jammer

Dat wordt geen zeilen dit weekend. Veel regen en een stormachtige wind met onweer. En dat in midden juni. Wie verwacht dat nou? Op zaterdag waait er een dikke windkracht 8 op het IJsselmeer. Op de dijk van Stavoren waaien we bijna uit ons jasje. Het is wel een mooi gezicht, maar blij dat ik er met m'n bootje niet middenin zit! 

68. Small Ships Race

Woensdag 8 juni is het dan zover. We rijden, inclusief opstapper, naar IJmuiden voor de start van de Small Ships Race de volgende dag. Het waait hard, de omstandigheden zijn niet ideaal. In de Marina Seaport komen de deelnemers langzaam binnen druppelen. Over het water, maar ook met een trailer over de weg. Hier en daar wordt nog druk geklust en dozen vol levensmiddelen verdwijnen in de kleine rompjes. Bij sommige boten is, mede dankzij de uitgebreide veiligheidslijst, de waterlijn niet meer te zien. Er valt genoeg te beleven in de haven. Zo lopen we langs een jacht waar de diesel met grote stralen uitgulpt. De eigenaar heeft de watervulslang per ongeluk in de dieseltank gehangen, de kraan open gedraaid en is daarna in de kajuit in slaap gevallen. Water en diesel gaan niet goed samen in dezelfde tank...Bij een mooie Saffier daysailer vliegen de accu's in brand. Een brandblusapparaat wordt in de boot leeg gespoten en de arme eigenaar staat het huilen nader dan het lachen. Tot slot vaart een stel bravoure jongens met een snelle zeilboot nog even uit om met "een lekker windje" wat te racen op zee. Ze komen terug met een gebroken mast en de zeilgarderobe hangend in het water. Tijdens het avondpalaver zijn we het erover eens dat een start om 6 uur de volgende morgen niet verstandig lijkt. De weerberichten gaan nog uit van een wind 5 tot 6 pal uit het westen. Recht tegen; niet erg gunstig dus. Om 9 uur is er nog niet veel veranderd. Besloten wordt om toch om 12 uur uit te varen. We bestuderen zelf ook uitvoerig alle weerberichten die we maar te pakken kunnen krijgen. Ze zijn het er allemaal over eens: het weer is erg instabiel, de wind blijft de hele dag uit deze hoek waaien en, ook niet onbelangrijk, het ziet er voor de terugreis niet veel beter uit. Met onze boot kunnen we niet heel hoog aan de wind varen. Dat feit, samen met de flinke golven waar we tegenop moeten boksen, zorgt ervoor dat het voor ons wel eens een hele lange, vermoeiende en onplezierige missie zou kunnen worden. Bovendien is er ondertussen al een halve dag verstreken. Het is moeilijk, maar we nemen toch het besluit om niet te gaan. Moeilijk, omdat we hiermee een opstapper teleurstellen maar ook omdat we maanden met de voorbereidingen zijn bezig geweest. Zouden we zijn gegaan als we samen waren geweest? Nee. Varen met een groep biedt een zekere vorm van schijn-veiligheid. Maar binnen zoveel mijl ben je ook het marifooncontact met hen kwijt en moet je het hoe dan ook toch alleen doen. Waarom zouden we dan nu wel gaan? De bemanning van de NOEST ziet onder deze omstandigheden ook van deelname af en gezamenlijk wandelen we naar de pier om de anderen uit te zwaaien. (Zie "Leuke links" aan de rechterzijde van de blog.) Onze opstapper verhuist naar de boot van zijn vader en samen met hem keert hij huiswaarts. Heel sneu.

De dag loopt dus wat anders dan verwacht. En o ja, ik ben ook nog jarig. We gaan toch maar wat leuks doen om de teleurstelling te boven te komen. We nemen de Fast Flying Ferry die via het Noordzeekanaal naar Amsterdam Centraal vaart (of vliegt?). Even wat afleiding en genieten van de grote stad. ’s Avonds terug in IJmuiden zien we een bekend bootje bij de sluis liggen. Eén van de deelnemende Kolibri’s is teruggekeerd omdat de helft van de bemanning zeeziek is. In de jachthaven zien we ook het deelnemende Waarschip liggen. De jongens hebben zulke bakken water over gekregen dat alles binnen drijfnat is. Ze staan te bibberen op de kant. De boot van ZEILEN stuurt ondertussen regelmatig Tweets de wereld in. Daaruit blijkt dat ze het zwaar hebben. De nacht is koud en ze zijn kapot. Desalniettemin komen ze toch als tweede in Lowestoft binnen. Een Kolibri is nummer 1 geworden. Een prachtige boot met een paar stoere kerels erop. Maar toch: PETJE AF. Het plan was om zaterdag in Lowestoft een rustdag te houden om op zondag weer te vertrekken. De weersvoorspellingen geven echter voor de zondag windkracht 8 met mist en zeer slecht zicht aan. De boot van ZEILEN gaat dus al een dag eerder huiswaarts. De arme zielen hebben amper de tijd om uit te rusten. Halverwege breekt ook nog eens hun roer en moeten ze met een noodvoorziening verder. Ze arriveren “gebroken” in IJmuiden. Hoe het de andere deelnemers is vergaan? We hebben geen idee. Dat zullen we op een later tijdstip ongetwijfeld nog wel eens horen.






 

We liggen nu toch in IJmuiden; de NOEST en wij besluiten de volgende dag via de Noordzee naar Texel te gaan. Het is prachtig zeilweer en we genieten volop. Er staat nog een flinke deining van alle commotie de dag daarvoor. In de haven van Oudeschild is het stil, ondanks het naderende Pinkster weekeinde. Het weer zal er ongetwijfeld iets mee te maken hebben. De dag daarop gaat ieder zijns weegs. De NOEST richting Enkhuizen/Monnickendam en wij richting Den Oever/Makkum. We gaan ditmaal over de Bollen. Het waait nog best en we scheuren met -tig knopen dwarsstroom over de plaat naar de sluis. Tijdens de laatste etappe naar onze tijdelijke thuishaven wordt de lucht boven het IJsselmeer wel heel erg donker. We zien de zwarte buien letterlijk hangen. We trekken als een haas het zeilpak aan, halen de kluiver en het grootzeil naar beneden en op het fokje trotseren we de forse windstoten met regen. Een wel heel toepasselijk einde van een in het water gevallen reis.

67. Rondje Noord-Holland





















Tijd voor het jaarlijkse “Rondje Noord-Holland” van de Toerzeilers. De wind komt uit het noorden tot noordoosten. Het plan is om te verzamelen in Enkhuizen om vervolgens “om de Noord” overzee naar IJmuiden te zeilen. Maar het zal een rondje met hindernissen worden! Wij vertrekken uit Makkum en hijsen de zeilen. Nou ja, niet voor lang, want van zeilen komt niet veel terecht. De wind is drie keer niks. Zoals gewoonlijk op het IJsselmeer krijg je dan bezoek van miljoenen kleine vliegjes. Overal waar je zit of tegenaan leunt, blijven er tientallen geplette, zwarte lijkjes achter. Zowel op je kleren als op de boot. Vliegengordijntje voor de kajuitingang, monden dicht en vooral niet bewegen: we motorbootvaren dus maar “high speed” verder naar Enkhuizen. 

 


In de haven gaan we naast ons maatje de “Noest” liggen. Er zijn al meer Toerzeilers gearriveerd. Het is leuk om alle oude bekenden terug te zien. ’s Avonds tijdens het palaver blijkt jammer genoeg dat het weer niet helemaal lijkt te gaan doen wat wij graag zouden willen. De windverwachtingen zijn niet top: het gaat iets te hard waaien naar ons zin. 


De volgende morgen moeten we vanwege het tij al om 8 uur vertrekken. Even voor achten besluiten wij samen met de bemanning van de Noest om niet verder mee te gaan. Het belooft een zware tocht te worden. Windkracht 5 tot 6 (voor ons te) hoog aan de wind. Eerst naar Den Oever en daarna eenmaal in Den Helder is het ook nog niet zeker of de tocht over zee wel door kan gaan. Het zal er om hangen. Omdat wij met onze twee kleine bootjes volgende week aan de Small Ships Race meedoen, moeten wij zondag zeker in IJmuiden zijn. We nemen de gok niet om naar Den Helder te buffelen om misschien onverrichter zake weer via dezelfde weg terug te moeten keren. Met onze gemiddelde snelheid wordt het dan vrijwel zeker een kansloze missie om op tijd in de Seaport Marina te zijn. We moeten maandag en dinsdag nog werken, dus er is geen marge.   



Wie niet sterk is moet slim zijn: de armada vertrekt stipt om 8 uur noordwaarts; de twee kleintjes splitsen zich af en gaan zuidwaarts. Met een harde, ruime wind vliegen we het Markermeer over. Mooi zonnetje, heerlijke temperatuur: fijn tochtje. Bij Durgerdam houden we het voor gezien. We zijn er nog nooit met de boot geweest, dus dit is een hele mooie gelegenheid. Het blijkt geen slechte keus te zijn want het is een leuke haven met zeer gastvrije mensen. We genieten van de zon, van het handbediende pontje in de haven en van een terras met overheerlijke Ice Tea. 





Voor broer Henk in de Carieb maak ik nog wat extra foto’s. Hij heeft hier tijdens zijn studententijd, in de vorige eeuw, vele jaren met zijn bol-aak voor anker gelegen. Hij kent het hier vast niet meer terug! Nico, Elly en Huub van de Noest zijn actiever: zij maken een hele lange, warme wandeling naar een grote, nieuwe winkel in Amsterdam-Noord en komen terug, beladen met boodschappen en enthousiaste verhalen.

   

De volgende dag waaien we de Schellingwouderbrug en de Oranjesluizen door. Stormachtige wind van achter, dat is dus even oppassen geblazen. Zodra we het Centraal Station met zijn heen en weer vliegende ponten zijn gepasseerd, gaan de fokjes uit en zeilen we verder op ons gemakje het Noordzeekanaal af. In de sluis van IJmuiden verbazen we ons nog even over een opgefokte yup met een te snelle en te dure boot (en vrienden), die zich over ons beklaagt. En wij maar denken dat watersport bedrijven een relaxte bezigheid zou moeten zijn… In de jachthaven zoeken -en vinden- we twee mooie plekjes naast elkaar, vrij vooraan de immens lange passanten steiger. Wij hebben tenslotte geen uitgebreide sanitaire voorzieningen aan boord en hebben geen zin om met hoge nood, met gekruiste beentjes, kilometers te moeten lopen om nog op tijd bij het toiletgebouw te komen…




We weten niet of de tocht Den Helder-IJmuiden voor de anderen uiteindelijk is doorgegaan. Tegen de tijd dat de eersten zouden kunnen arriveren, wandelen we naar de pier en turen met een verrekijker de kust af. We zien geen bekende boten aankomen. Het waait nog flink en we beginnen langzamerhand toch wel een beetje aan de goede afloop te twijfelen. We bellen de organisator en ja hoor. De rit naar Den Oever en Den Helder bleek al heel zwaar. De windverwachtingen voor de volgende dag waren daarna zodanig dat men heeft besloten in Den Helder om te keren en weer terug te varen. Het hele stel is nu weer in Enkhuizen. Voor ons dus geen gezamenlijke borrel en gezellige afsluiting met meer dan honderd man. In plaats daarvan gaan we met ons vijven uit eten. Dat is wel een heel ander afscheid dan verwacht, maar ook heel leuk! We hebben het de afgelopen dagen erg gezellig met elkaar gehad. De volgende dag giert de wind nog steeds door de haven. De Noest en de Sylke blijven allebei tot donderdag, de start van de race, hier liggen. De twee bemanningen worden door familie met de auto opgehaald en naar huis gebracht. De twee bootjes eenzaam achterlatend. Onderweg naar huis stormt het en krijgen we een ware wolkbreuk over ons heen. We rijden over de Afsluitdijk en zien het water van het IJsselmeer naast ons grijs en grauw; dan weer hoge golven en soms even platgeslagen door de regen. Het zicht is minimaal en bliksemflitsen schieten als mitrailleurvuur door de lucht. Wat hebben we een medelijden met de andere tochtleden die vandaag nog naar hun thuishaven moeten varen. En wat zijn we blij dat wij noodgedwongen een andere keus hebben gemaakt. Een triest einde van een in het water gevallen “Rondje”. Voor filmpje: zie rechts bij "Leuke links". Bij thuiskomst in Friesland is het zwaartepunt van de buien net over onze woonplaats heen getrokken. Met als gevolg dat de telefoon, de televisie en het internet het niet meer doen. Dat wordt wel een heel rustig avondje thuis…