Vlak voor de Moerdijkbruggen slaan we de Dordtse Kil in. Het landschap valt lang niet tegen. Alleen bij Moerdijk ligt een enorm industriegebied. Verder is het groen met veel bomen. Ook de drukte van de scheepvaart valt ons alles mee. Ben je het Noordzeekanaal en het Prinses Margrietkanaal gewend, dan sta je hier niet echt van te kijken. Voordeel is wel dat het vaarwater hier veel breder is.
Bij Dordrecht wachten we maar even voor de opening van de spoor- en verkeersbrug. Het is net kielekiele of we er onderdoor kunnen. Een beetje golfslag van een passerend schip en de marifoonantenne ligt eraf. Dat proberen we maar niet uit.
Bij Krimpen a/d IJssel ligt een stormvloedkering met brug. Met de motor op volle kracht kunnen we nog net op het nippertje de laatste opening van de dag halen. En dat om 15.50 uur; de brugwachter wil op zaterdag zeker vroeg naar huis. Nu kunnen we zonder problemen nog een heel stuk doorvaren tot aan Gouda. Daar stranden we uiteindelijk op twee spoorbruggen die maar vijf keer per dag open zijn. En al die tijd hebben we de stroom mee gehad. Niet onbelangrijk, wat soms was hij wel twee knopen per uur. Om daar tegenin te gaan, dat valt niet mee en dat schiet al helemaal niet op. Wijze les: plan je tocht echt zodanig dat je vanaf het Hollands Diep naar Gouda v.v. stroom mee hebt; het is een niet te onderschatten factor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten