310. Enkhuizen -Den Helder

Voor zevenen hoor ik het eerste gestommel over dek. Enkele fanatieke medereizigers staan al te popelen om direct na het openen van het toiletgebouw hun dagelijkse douche te nemen. 
De broodjeszaak is ook al in vol bedrijf, dus we kunnen nog mooi even een paar verse croissants kopen voordat we vertrekken. 

Om 8.15 uur zijn al onze boten los en stomen we het IJsselmeer op. Geheel tegen onze verwachtingen in, kunnen we het hele stuk tot Den Oever zeilen. We hadden op heel weinig wind -en dus de hele weg motoren- gerekend. We hebben ruime wind. Niet veel, maar net genoeg om een redelijke snelheid te maken. Bij ons gaat als extraatje de gennaker omhoog. Die verbaasde blikken van de anderen...hahaha! Uiteindelijk hebben wij vier uur lang heerlijk gezeild met, dankzij ons blauwe gevaar, een gemiddelde snelheid van bijna 4 knopen. Het is niet koud; beetje zon erbij: het is een waar pleziertochtje. Even voor Den Oever valt de wind weg. We ruimen de zeilen op en motoren verder naar de sluis. 


Een groot vrachtschip en een vissersboot varen net de sluis in. Aangevuld met enkele plezierjachtjes is de sluis vol en moeten wij dus een lichting wachten. We parkeren onze boten netjes aan de wachtsteiger en eten een boterhammetje. Bij de volgende lichting is het bij het invaren al een gedrang van jewelste. Er zijn altijd van die mensen die denken dat al die boten daar voor jan joker aan de steiger liggen te wachten en die gewoon doorvaren en dus voordringen. Wij liggen helemaal voorin de sluis en missen daarom alle commotie die achter ons plaatsvindt. Er wordt daar blijkbaar nogal geblunderd, gescholden, geduwd en getrokken. Gelukkig vallen er geen slachtoffers onder onze boten... De regel 'eerst achter vastmaken' is blijkbaar niet bij iedereen bekend!

En dan het wad op. We hebben de wind bijna achter. We lopen over de grond ruim 4 knopen snelheid en met de stroom mee erbij, is dat al gauw 6. Dat schiet lekker op! Zo kachelen we rustig door. Het laatste eindje krijgen we de wind tegen en zetten we de motor aan. Na ruim twee uur varen lopen we de Koninklijke Marine Jacht Club van Den Helder binnen. Er steekt een wat kille zeemist op, dus we zijn mooi op tijd binnen.

Ons eerste gezamenlijke tochtje op zout water is natuurlijk een borrel waard! We hebben de steiger voor ons alleen, dus een locatie is gauw gevonden. De jonge jeugd vermaakt zich met krabbetjes vangen en de wat oudere jeugd stort zich op een hapje en een drankje. 



Marnick gaat met het bootsmanstoeltje de mast van de Mi Dushi in, om de val van de hoes van de rolfok weer naar beneden te trekken. Hij vindt het zo leuk dat hij nog wel een keer wil. We zullen het onthouden!



Moe en rozig van een lange dag varen hebben de meesten van ons niet zo'n zin om nog zelf een hapje eten te maken. We verhuizen daarom naar het restaurant van de jachtclub om de traditionele 'blauwe hap' van de Marine te proberen. En dat bevalt uitstekend! Jan is weg van de tafel waar we aan zitten en zou hem zo wel mee naar huis willen nemen. Jammer dat hij niet in de boot past. De Toerzeilvlag hamgt fier aan de muur van de 'Koninklijke' club: wij trots...!


We liggen aan dezelfde steiger als de reddingboot de Joke Dijkstra. Ze vaart met groepjes gasten verschillende keren uit, zodat wij alle gelegenheid hebben om van het geluid van de zware motoren te genieten. De twee enorme waterjets zorgen voor een ware jacuzzi onder onze steiger door en blazen de romp van onze boot mooi schoon. 


Onze gevaren route vandaag:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten