129. Gennaker, of toch weer niet?

We hebben gisteravond met Joris nog even door Enkhuizen gelopen. Pas om een uur of negen werd de temperatuur draaglijk genoeg om nog een blokje om te gaan. Wat een hitte!

Geheel tegen onze verwachtingen in was het in de Binnenhaven helemaal niet druk. Waar zijn al die vakantiegangers gebleven? Op de terugweg liepen we langs een steiger waaraan we vanuit de verte een andere NB24, ook lid van de club, hadden zien liggen: de 'Kermit'. We hebben gezellig elkaars boten bekeken en het was al gauw laat voordat we in bed lagen. Overal waren de kuipen van boten door kaarsjes en olielampen verlicht en zat men gezellig te borrelen. Zo zou het in de zomervakantie alle dagen moeten zijn!

Vanochtend worden we door de warmte al vroeg wakker. Om 9.45 uur verlaten we de haven en om 10.20 uur zijn we door de sluis van het Naviduct. We beginnen met een zwakke, ruime wind. Het grootzeil gaat op en daarna de gennaker. Het hijsen gaat steeds vlotter. Gedurende een klein uurtje halen we nog een beetje snelheid, maar dan is de wind weer op. Het blauwe gevaar gaat weer naar beneden en de motor moet erbij aan. Niet veel later is het water van het Markermeer spiegelglad. We hebben het zelden zo gezien. De vliegjes komen weer in grote getalen tevoorschijn en het is bloedje heet. Het had zo'n leuk zeiltochtje kunnen zijn!

We gaan naar Monnickendam want daar zijn we met de boot nooit eerder geweest. Eigenlijk hebben we een hekel aan de Gouwzee vanwege alle drijvende waterplanten. Van die taaie, lange slierten in je schroef en tussen je roer, dat hebben we al een keer meegemaakt; daar word je niet blij van. En het water is nog zo koud... We spreken af dat mochten we verstrikt raken in grote bossen groen, dan gaat Bob te water!

In jachthaven Hemmeland meren we in eerste instantie af aan de passantensteiger. Meestal is dat een steiger op A-locatie. Je wilt als havenmeester tenslotte graag dat je gasten terugkomen. Niet hier. Het lijkt meer op een stukje van een industrieterrein dan op een jachthaven. Bovendien drijft er allemaal rotzooi langs de kant. Niet echt gezellig. We verhuizen daarom naar een box.

Tenminste dat is het plan, maar de motor denkt daar anders over. Bob hoort dat er niet voldoende koelwater uit de uitlaat komt en meert razendsnel af aan de eerste de beste lege steiger. Bakskist open en de hele inhoud eruit om het wierfilter te controleren. Daar is niets mis mee. Daarna het motorcompartiment open en de impellor controleren. Die is nog heel. Uiteindelijk in het pietepeuterige keukenkastje de aanzuigslang boven de afsluiter demonteren. En ja hoor, daar zitten allerlei plantenresten in. Met dank aan de 'luxe' passantensteiger! Dit alles onder een brandende zon en met een temperatuur van een graadje of 30. Arme Bob!




We zijn moe, vies, uitgedroogd en oververhit als we tenslotte in een box liggen. We racen het toiletgebouw binnen en beginnen met een langdurige opfrisbeurt. Onnodig te melden dat we daarna geen puf meer hebben om te koken. We lopen (alweer via een industrieterrein) naar de oude kern en trakteren onszelf op een lekker etentje. Die Gouwzee, dat is toch niet ons ding. Voorlopig zien ze ons hier niet terug! Monnickendam hadden we ons trouwens heel anders voorgesteld. Wat groter en wat gezelliger. Het oude gedeelte is een beetje vergane glorie en er valt niet veel te beleven. Tenminste, wij hebben het niet gevonden.


- Posted using BlogPress from my iPad

Geen opmerkingen:

Een reactie posten