17. Maasmond

Het is ’s ochtends alwéér prachtig weer. We boffen maar. Van de havenmeester mogen we fietsen lenen om boodschappen te doen bij de plaatselijke AH. We moeten ze alleen eerst even repareren... Het is te ver om te lopen maar het fietstochtje is werkelijk geen straf. Hellevoetsluis blijkt een mooi stadje te zijn. Nadat de havenmeester onze dieseltank heeft gevuld, kunnen we vertrekken. De sluis is ditmaal snel genomen. Er is weinig wind, de stroom staat eerst nog tegen en dus gaat de motor bij. Weer dat eindeloze Slijkgat door en dan ruim om de “Hinder” heen. We zien niet veel van de Maasvlakte. Uit de verte vallen alleen de immens grote kranen op. Op naar de boei die het begin van de route voor pleziervaartuigen markeert. We melden ons bij de sector Maasmond en doen ons best de Maasgeul netjes over te steken. Dat lukt niet helemaal want de wind werkt niet mee. Het is dan wel wat gaan waaien maar helaas komt hij bijna recht van voren. De golven komen van opzij. Kruisen lijkt ons hier niet zo’n slim idee dus we varen zo hoog mogelijk aan de wind met de motor bij.
















 Het is niet bijzonder druk in de Maasgeul. Een enkele keer wijken we ruim van te voren uit zodat het voor de grote schepen en voor de verkeerspost (volgens de Almanak) “tijdig en duidelijk zichtbaar” is wat we gaan doen. We horen de verkeerspost aan een uitvarend containerschip melding maken van “een paar jachtjes die de geul oversteken”. Geruststellend om te horen dat ze ons op de radar zo goed in de gaten houden. Zodra we de Maasmond zijn gepasseerd, vallen we iets af en zetten we koers richting Scheveningen. Het is toch wel even spannend zo’n gebied waar zeer groot en zeer klein elkaar kruist. 


 



Na ruim 30 mijl varen komen we in Scheveningen aan. De jachthaven ligt potjevol. De havenmeester kan alle drukte niet zo goed aan. Hij vaart rond in zijn bootje als een kip zonder kop en geeft daarbij tegenstrijdige bevelen. De SeaFox boft (of houdt zich van den domme…?) en komt in een privé box terecht. De Oaze en wij liggen vierdubbeldik gestapeld. De jachthaven ligt midden tussen de flatgebouwen. Het is er daarom windstil en bloedheet. Gelukkig zakt de zon al snel -niet in de zee maar achter de betonblokken en wordt de temperatuur draaglijk. De jeugd uit de twee andere boten gaat de wal op en blijft eindeloos lang weg. Bob gaat ook op stap, maar dan voor twee visjes en komt ook nooit meer terug. Het blijkt een heel eind lopen van de jachthaven naar het centrum, en dat in die warmte! Het toiletgebouw van de jachthaven is verhuisd naar een andere plek, nagelnieuw en net in gebruik genomen. Het is alleen moeilijk te vinden en je moet met een pasje en/of code door een poortje en vervolgens langs een bouwput heen. Gelukkig heb je dan ook wat. De accommodatie is prachtig en er is zelfs gratis internet. Dat maakt een heleboel goed. De mail wordt gecheckt en de weerberichten worden bekeken. Een koel glaasje wijn om het af te leren en dan naar bed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten