240. Gennaker

Een kort weekendje ditmaal. We vertrekken zaterdag pas laat en gezien de weers- en windverwachting hebben we ook niet veel keus in bestemming. We gaan zuidwaarts richting Hindeloopen. Tegen onze verwachtingen in is het hele traject net te bezeilen. Dat valt mee.

Vlak voor Workum ziet het zwart van de zeilbootjes. Er vinden allerlei jeugdwedstrijden plaats. Kleine oranje, snelle rubberbootjes volgepropt met ouders en begeleiders snellen af en aan. Ze leggen en verleggen wedstrijdboeien en praten achterblijvers naar de finish. Het juryschip ligt in het midden -voor anker- als een trotse matrone te waken over haar kroost. Het is een hele toer om de verschillende wedstrijdvelden te passeren. Denk je ze te omzeilen, gaan ze plotseling overstag en komen ze weer met dertig man op je af. Je wilt ze niet hinderen; je wilt het toch niet op je geweten hebben dat je zo'n fanatiek zeilertje de zege ontneemt omdat je hem als flierefluitende toerzeiler in de weg vaart...

Het is een enorme drukte in de havenkom van 'Hylpen'. Boten liggen wel zevendik gestapeld. Een zeilvereniging uit Enkhuizen viert hier haar opening van het zeilseizoen. Gelukkig kunnen wij met ons bescheiden scheepje op een klein maar fijn privéplekje liggen in de luwte van de reddingbootloods.

Zondagmorgen na de koffie gaan we retour Makkum. Het zonnetje schijnt, het is warm en er staat weinig wind. Het is een ruime wind, dus we halen de gennaker te voorschijn. Dat is snel gezegd maar minder snel gedaan want hij ligt in onze hondenkooi; en hij ligt daar niet alleen. De hondenkooi fungeert als een soort van schuur: zomerzeilpakken, winterzeilpakken, reddingsvesten, kratjes met rommel, van alles vindt daar een plek. De gennaker ligt natuurlijk helemaal achteraan. Vandaar dat we hem niet zo vaak gebruiken...


Het blauwe gevaar staat er prachtig bij. Met een gemiddelde snelheid van twee knopen dobberen we richting het noorden. We vermaken ons prima en de zonnebrand wordt driftig gesmeerd. Er zijn vervelende vliegjes, maar het is goed uit te houden.

Na twee uurtjes 'zeilen' verschijnen er donkere luchten aan de horizon. Geheel volgens de voorspellingen. De gennaker gaat uit voorzorg naar beneden. Mooi op tijd: het wordt fris, de wind trekt aan en hij draait 180 graden.

In de beschutting van de jachthaven heerst nog een lekkere temperatuur. Op ons gemak spuiten we de hele boot schoon. Het zout van vorig weekend en de vliegjes van vandaag verdwijnen als sneeuw voor de zon. Nog even wat rommelen en dan naar huis!

een buur-hond
'onze' steiger
Thuis gaat Bob nog met de gennaker aan de slag. Hij wil een wartel bovenaan monteren omdat het lap zeil de neiging heeft om in de slurf om te draaien. Aan de mast valt het nog wel mee, maar als je het zeil in je huiskamer ziet, dan is het best wel groot...




1 opmerking: