54. Carieb 5 - Bonaire

Van Klein-Curaçao zeilen we naar Bonaire. Een mijltje of 25. Een iets lastiger tochtje want de wind staat nu precies tegen. We zien in de verte de buien al hangen. Een paar weten we te omzeilen, maar het lukt niet bij allemaal. Dat resulteert in hevige regen en wind. De regen slaat de golven neer; even later is alles wit en hebben we weinig zicht meer. Terwijl we weten dat er vrachtschepen in de buurt zijn die ons kruisen. Lang leve de radar.



Bon Bini (welkom) Bonaire! Voor Kralendijk, de hoofdstad, vinden we nog net één vrije mooring. Het water is er ongelooflijk helder, we zien het blok beton van bovenaf haarscherp op de bodem liggen. Helaas ligt de mooring precies tegenover de bekende Karel’s Beach Bar. Wel heel gezellig zo midden in het centrum, maar ’s nachts begrijpen we opeens waarom die mooring als laatste nog vrij was. Wat een herrie…Een paar dagen later verkassen we meer richting duikschool, waar het een stuk rustiger is. De uitbaters van “Karel” hebben een beetje genoeg van alle bijbootjes die aan hun piertje vastmaken. De opvarenden klauteren over de balustrade van het terras, schuifelen tussen de tafeltjes door en verdwijnen vervolgens de stad in. Soms neemt men uit beleefdheid eerst nog een consumptie, maar lang niet altijd. Karel’s piertje is dus even verboden gebied geworden. In die buurt is de enige andere optie, de kade van de douane waar de sleepboten aanmeren. Even wat verder varen, maar dat voldoet ook prima. De bewakers van het terrein leggen ons geen strobreed in de weg.



De boulevard van Kralendijk loopt vlak langs het water. Een rij winkeltjes daarachter ligt de hoofd- annex winkelstraat. De panden in de Kaya Grandi zien er zeer kleurrijk en goed onderhouden uit.



Het is een gezellige drukte op straat. De Bonaire Regatta staat op het punt van beginnen. Alle schoolkinderen zijn vrij, het is vakantie en het is feest. Er is een podium gebouwd op het plein en overal zie je kleine kraampjes waar ’s avonds van alles te koop is. Vooral de eethuisjes hebben onze onverdeelde aandacht. Soms maar twee m² klein.

Onze favoriet is een stalletje met Indonesisch eten. Het overgrote deel van het menu wordt blijkbaar overdag thuis alvast voorbereid. Tegen de avond vertrekt de chefkok naar zijn kraampje om zijn halve oliedrum (BBQ) aan te steken. Het vlees gaat erop, de rest wordt opgewarmd en wij hebben een verrukkelijk menu voor heel weinig geld. Er staan een paar plastic stoeltjes, maar het merendeel van de gasten zit op de stoeprand te eten. En waarom ook niet.
De bierman aan de overkant heeft ook een kraampje gehuurd. Aan het eind van de middag zie je hem aan komen rijden. Een oude auto met aanhanger. Achterop heeft hij een paar ijs/vrieskasten staan. Die worden met vereende krachten in het kraampje getild. Ze blijken boordevol flesjes Polar bier te zitten. Deurtje open en verkopen maar. Het leven kan zo simpel zijn. Iedereen is buiten, overal klinkt muziek; wat een feest.



Voordat we aan het wedstrijdzeilen gaan, moeten we natuurlijk eerst nog het eiland rond. We huren het gebruikelijke jeepje. Er zitten geen achterramen in, dat is hier blijkbaar niet nodig. De deuren rammelen bijna uit de scharnieren maar verder rijdt hij nog goed.



We zien de zoutpannen, de slavenhuisjes, prachtige duiklocaties, het mangrovebos bij Lac Bai, pelikanen en flamingo’s, leguanen en hagedissen, geiten en ezels. We kijken rond bij het vismarktgebouwtje waar dagelijks verse groente en fruit uit Venezuela wordt aangevoerd en we doen boodschappen in een moderne supermarkt. Wat een eiland. Bonaire heeft ons hart gestolen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten