53. Carieb 4 - Klein Curaçao

Daar gaan we dan. We halen het anker op en motoren, zigzaggend langs andere boten die voor anker liggen, het Spaanse Water uit. Via de doorgang bij Barbara Beach naar open zee. Onze bestemming is Klein Curaçao. Een onbewoond eilandje van ongeveer 3 km² groot, zo’n 25 km ten zuidoosten van de grote zus. De wind rond Curaçao komt 96% van het jaar uit het oosten tot noordoosten. Dat betekent dat we net aan de wind kunnen zeilen. We houden de onherbergzame zuidkust van Curaçao aan bakboord en steken schuin over naar de kleine zus.



Klein Curaçao is rotsachtig, kaal en wordt alleen nog bewoond door broedende vogels. Dat klinkt niet zo positief, maar als ik er dan bij vertel dat het ligt in het prachtigste doorzichtige turquoise water dat je ooit hebt gezien en dat het omzoomd wordt door stralend witte zandstranden, dan wordt het een heel ander verhaal. Dan heb ik het over een tropisch paradijsje op aarde. Er staan een paar rieten vissershutjes op het eiland, goed voor de broodnodige schaduw. Verder een eenvoudig strandhuis voor toeristen die met een charterboot een dagtochtje maken en een vuurtoren die ooit bemand is geweest.



Aan de noordkust ligt een verroest deel van een wrak van een tanker die hier is vergaan. Niet zo heel lang geleden is er voor de gezelligheid nog het wrak van een flinke zeilboot bijgekomen. Ooit een chique jacht met deksalon, twee masten en een mooi teakdek, maar dat heeft de bemanning niet mogen helpen. Eén mast is verdwenen, de andere mast steekt dwars door de romp en was waarschijnlijk niet zo makkelijk te bergen. Alle ramen zijn eruit en het hele casco is leeg. Er kijkt niemand meer naar om en het ligt daar maar te liggen totdat het volledig is vergaan en/of onder het zand is verdwenen. Ik weet niet welk onheil schip en bemanning is overkomen, maar het lijkt me heel droevig om je schip zo te zien eindigen.

Nieuwsgierig als ik ben, surf ik toch even het internet op en warempel, ik heb het antwoord al heel snel gevonden. Dit is vrij vertaald de ingekorte versie van wat er in die tijd in de pers stond:

Het Franse zeiljacht Krisnic is 29 november 2006 op de noordkust van Klein Curaçao gestrand. De Krisnic was onderweg van Islas Los Roques naar Curaçao. Aan boord van het kottergetuigd, achttien meter lange zeiljacht bevond zich één opvarende, de 70-jarige Franse schipper/eigenaar. De man maakt het goed.



Rond half zes ’s morgens kreeg het Reddings en Coördinatie Centrum (RCC) op Curaçao een noodoproep van de Krisnic, evenals het fregat Hr. Ms. Van Amstel. Die was volgens de kustwacht snel ter plaatse om hulp te verlenen. Ook de helikopter van de kustwacht schoot te hulp, net zoals de reddingsboot Cornelis Zwaan. Rond het middaguur probeerde de Cornelis Zwaan het zeiljacht vergeefs los te trekken. Het zeiljacht was echter zo beschadigd, dat lostrekken gevaar voor breken en zinken zou betekenen.
Er is nog sprake van geweest om het casco als een soort duikobject aan de andere kant van het eiland af te laten zinken. Maar gezien het feit dat het er na zoveel jaar nog ligt, bleek dat blijkbaar toch geen reële optie. Het jacht is compleet gestript. Deels op verzoek van de eigenaar gedurende de eerste dagen na de stranding. Deels door dieven die behalve andere zaken, zich ook de motor zonder toestemming hebben toegeëigend. De eigenaar heeft de gestolen waar aangegeven bij de “island governor”, die automatisch als vinder te boek staat middels een ouderwetse wet uit 1935 betreffende waardevolle aangespoelde voorwerpen.
Dit zeiljacht is niet het eerste schip dat hier is verongelukt. De loefzijde van het eiland is een waar kerkhof voor schepen die niet ver genoeg uit de kust bleven of geen voortstuwing meer hadden. Een kleine tanker, de “Maria Bianca Guidesman” is al bijna tot “trust and dust” vergaan in de constant beukende branding. De restanten van nog eens vier of vijf boten zijn langzamerhand hoger op het land gespoeld.


Grappig om te zien is dat niet alleen schepen aanspoelen op dit strand, maar dat ook honderden slippers hier hun laatste rustplaats hebben gevonden… Er vallen blijkbaar nogal eens wat flip-flops overboord!



We gaan voor anker op zwemafstand van het strand. We wandelen, snorkelen en maken foto’s. De dagjesmensen vertrekken weer en wij blijven met een boot of vier alleen achter. We liggen een groot deel van de avond plat op onze rug op de trampolines. Genietend, recht omhoog kijkend naar de meest fantastische sterrenhemel die we ooit hebben gezien. Zo zonder afleidende verlichting vanaf het land, lijkt het alsof er plotsklaps miljoenen sterren aan de hemel staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten