66. Nachttocht IJsselmeer

Het is weer zover: de jaarlijkse nachttocht staat op het programma. Leuk om te doen maar als de datum dichterbij komt denk ik elke keer weer: waar begin ik aan… Ik ben niet goed wijs om ’s avonds laat uit eigen vrije wil te vertrekken en vervolgens in de kou en in het donker in de zenuwen te zitten of we niet tegen een onverlichte boei aanvaren. Dan ook nog laat naar bed gaan, vroeg opstaan en weer terug naar huis varen. Wat bezielt ons. Maar ja, het is een goede oefening; het is gezellig met een grote groep mensen en dan doe je toch weer mee… De startplaats is Stavoren. Het is voor de meeste deelnemers al bijna een prestatie op zich om daar te komen. Er waait een harde wind en het voelt guur aan. De Buiten Marina van Stavoren is een onherbergzame plek om te zijn met dit weer. Het is ook nu weer problematisch afmeren in de haven. De boxen liggen allemaal dwars op de wind en als het dan vrij hard waait…Gelukkig zijn er genoeg helpende handen op de wal die alle boten min of meer heelhuids naar hun plek loodsen. Er zeggen uiteindelijk maar drie deelnemers af. Dat valt lang niet tegen met dit weer. Om 19 uur hebben we palaver in het toiletgebouw. Even uit het gefluit van de harde wind weg en onze oren wat rust gunnen. De tochtleiding heeft het moeilijk om een beslissing te nemen. De wind is 5 à 6 Beaufort. De wind wordt eerst nog even wat meer maar zwakt later vannacht een klein beetje af. Wat wel helpt is dat we het merendeel van de tocht de wind ruim of achter hebben. Alleen het eerste stuk om het Vrouwenzand heen wordt stuiteren en buffelen. Met unanieme stemmen wordt besloten om er met ons allen toch voor te gaan. Om half 9 vertrekken we. 






Met beleid de box invaren is één ding, maar je moet er ook weer uit! Optuigen in de sluiskom en dan de “wasmachine” voor de haveningang door. De meeste boten zijn een- of tweemaal gereefd of hebben alleen een fok of genua staan. Inderdaad, het ronden van het Vrouwenzand doet een beetje denken aan de cakewalk op de kermis. Maar daarna verleggen we de koers en keert de rust weer. 




Het is bijna volle maan en een baan licht weerkaatst prachtig over het water met nu en dan het silhouet van een bootje erin. Bij het marifoonrondje blijkt dat iedereen het reuze naar zijn zin heeft en er is geen enkel blijk van spijt ondanks de ruige start. We hebben voor de zekerheid de bulletalie staan en dat is niet voor niets. Door de golfslag probeert de giek enkele keren over te komen. 

Wanneer we Lemmer naderen, wordt het spannend. De lichtjes van de vaargeul worden duidelijk zichtbaar. Op onze pas aangeschafte AIS zie ik dat een vrachtschip in de vaargeul ons nadert. Niet iedereen merkt hem op. Maar gelukkig, de kapitein van het vrachtschip zit in elk geval niet te slapen. Hij ziet de lichtjes van enkele jachten en geeft op kanaal 10 aan dat ze op een kruisende koers varen. Dan nog wordt een jachtje door het grote schip verrast en moet de vrachtvaarder zijn megaschijnwerper op de boeg aanzetten om de slaapkop op tijd uit de weg te krijgen. Het is weer zoeken naar de onverlichte tonnen in de Lemstergeul. Daarna het sectorlicht op het dammetje en dan de juiste haveningang vinden. We meren af voor het kantoor van de havenmeester. Het stapelen gaat niet helemaal volgens de regels want klein op klein en groot op groot lukt niet helemaal in het donker... Om de goede afloop te vieren sluiten we af met een borreltje op de stoep van het Casino. Niet omdat we hadden willen gokken, maar we staan daar zo lekker uit de wind! Moe maar tevreden zoeken we ruim na tweeën ons bedje op.




Even later, om 9 uur ’s morgens, hebben we een gezamenlijk ontbijt in het restaurant naast onze steiger. Is het eerst nog stil aan de tafels waaraan iedereen dromerig voor zich uit zit te staren met dichtgeslagen ogen en vermoeide koppies, na enkele koppen koffie en een stevig ontbijt beginnen de sterke verhalen los te komen. We moeten jammer genoeg ook weer naar huis. De wind is 4 tot 5 uit het westen. Dat betekent recht tegen naar Stavoren. Daar heeft niet iedereen zin in. Wij ook niet. Dus met een boot of wat kiezen we ervoor om de binnenlanden van Friesland in te trekken. Wij gaan door de sluis en varen richting Workum om daar weer het IJsselmeer op te gaan voor de laatste etappe naar Makkum. Het eerste deel gaat voorspoedig. Bij de tocht over het IJsselmeer gaat het er wild aan toe. Hoog aan de wind met twee reven en een stukje ingerolde fok. Het water is groen met witte schuimbanen. 



We varen aan lagerwal dus er staat een flinke deining. De hagel en de regen waar we gisteren bij het horen van de weersvoorspelling nog zo om gelachen hebben, komen nu langs. Dikke buien met vlagen tot windkracht 7. De hond vindt het niet leuk meer. Wij hebben er minder problemen mee. De boot vaart geweldig, ook met dit weer. We voelen dat we volledig op haar kunnen vertrouwen. Het is alleen een beetje nat en ongemakkelijk, maar eenmaal terug in de thuishaven is alle leed geleden en kunnen we terugkijken op weer een leerzame ervaring!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten