43. Schiermonnikoog



Een haven waar we met onze vorige boot van 1,85 diep niet konden komen. We nemen niet de Geul van Brakzand maar gaan via de Glinder. Het is vanuit Lauwersoog al een stukje van niks; als we dan ook nog over de plaat afsteken, dan blijft er helemaal niets te varen over! Die Siegewal, daar mag je wel heel goed opletten. De prikken lopen niet in een rechte lijn, maar kronkelen naar de jachthaven toe. Het is heel makkelijk om een paar prikken over het hoofd te zien en per ongeluk een stuk af te steken. Iets wat waarschijnlijk direct wordt afgestraft. De geul is smal en erg ondiep. Nu en dan zien we op de dieptemeter dat we een drempel passeren. Hoe ver staan die prikken van de rand? Geen idee! Ook dat is iets wat je pas ziet als het laagwater is. Maar dan heb je er niets meer aan. Het maakt hoogstens de terugweg wat makkelijker.  


Het is een genot om in de haven van Schier te liggen. De havenmeester staat op de steiger en heet iedereen persoonlijk welkom. Waar vind je dat nog? Bij laagwater staat er 10 cm water in de haveningang. Twee uur voor tot twee uur na hoogwater is daarom het tij(d)venster waarin boten vertrekken en arriveren. De rest van de dag is er geen vaarverkeer in de haven. Heel apart is dat. Dan zit het “ontvangst en uitzwaai” werk van de havenmeester er weer op en trekt hij zich terug in zijn “Liberty Glo”. Wat een vreemde naam voor een havengebouw. Toch even zoeken op internet: de Liberty Glo was een Amerikaans schip dat op 5 december 1919 ten noorden van Ameland is vergaan. Drie opvarenden werden gered. Misschien is het naambord op de gevel afkomstig van een van vermiste sloepen van de boot? Het zou zo maar kunnen.   

Er liggen veel jachtjes van onze eigen bescheiden lengte. Wat een verademing. Eens een keer niet wegvallen tussen de luxe kastelen. Geen overvloed aan identieke plastic 40 voets containers (!) maar een verscheidenheid aan prachtige klassieke boten als Drascombes, Cornish Crabbers, Marieholms en meer van dat mooie spul. Vanzelfsprekend veel platbodems en charterschepen, een enkele catamaran, een paar motorboten en dan heb je het wel gehad. Het publiek is duidelijk anders dan die van de grote waddenhavens. Gezellig stapelen schept zoals altijd een band. Routes worden uitgewisseld en de tips vliegen over tafel.   


Bij laagwater valt een deel van de haven en het hele gebied direct daarbuiten droog. Een stuk of tien schepen daarbij. Een fascinerend gezicht. Er hangt dan ook een hele specifieke geur van drooggevallen land, waterplanten, zout en schelpdieren. Elk laagwater is de samenstelling van het groepje boten veranderd en mogen we weer een andere zijde van de scheepjes bewonderen. Daarbij dan ook nog het beeld van fouragerende vogels langs de waterrand en groepjes wadlopers langs de haven: een gratis voorstelling tweemaal per dag. Als ik zie hoe de benen eruit zien na een tochtje door het slijk, begrijp ik waarom wadlopers de toegang tot het toiletgebouw wordt verboden! 




 

We huren fietsen en gaan het eiland rond. Onze hond begint het al heel gewoon te vinden om in een rieten mandje gepropt te worden. Hij zal het nog missen thuis. Tussen 1980 en 2000 hebben we op Schier heel wat groep 8 schoolkampen georganiseerd. Het eiland voelt heel vertrouwd, er lijkt sindsdien niets veranderd. Een ijsje eten op het bankje naast het beeld van de “Schiere monnik”, fietsen over de smalle paadjes, gniffelend genieten van de stijve obers van hotel Van der Werff. De wereld heeft hier stil gestaan.






















Geen opmerkingen:

Een reactie posten