243. Vaderdag

Vrijdagavond kijken we, net als 7 miljoen andere Nederlanders, naar de eerste voetbalwedstrijd van Nederland op het WK. Wat een sensatie: met 5-1 winnen van de wereldkampioen!

Zaterdagmorgen doen we rustig aan en kijken we wat het weer gaat doen. Er staat een windkracht 5 uit het noorden. Het voelt buiten fris aan en er is geen zon te bekennen. Het ziet er niet heel  aanlokkelijk uit.

Tussen de middag klaart het op en besluiten we alsnog naar de boot te gaan. Ze ligt tenslotte niet in een dure jachthaven, klaar voor gebruik, om thuis op de bank te blijven zitten. De wind giert flink door de verstaging, maar daar laten we ons niet door bedotten. Het klinkt meestal onheilspellender dan het is. Om een uur of twee vertrekken we. Als bestemming hebben we Den Oever gekozen. We zijn er dit seizoen nog niet geweest en met de voor morgen/overmorgen voorspelde wind kunnen we  ook weer zeilend thuiskomen. Dat is een niet onbelangrijke factor waar we altijd rekening mee houden.

Het waait rond de 18 knopen. We steken een rif en houden de kluiver in zijn jasje. We hebben halve wind en met soms meer dan 6 knopen snelheid stuiven we parallel aan de Afsluitdijk op onze bestemming af. De boot ligt als een huis en het voelt als een pleziertochtje.

De Marina van Den Oever is nog steeds netjes, winderig en verlaten. Jammer dat hij zo ver van het dorp ligt en jammer dat het er altijd zo stil is. Op het terrein van de jachthaven ligt het welbekende restaurant De Dikke Bries. We zijn van plan om er een eenvoudige uitsmijter te eten, maar daarvoor  vindt de kok het al te laat. We kiezen dus iets uit de menukrant. Heel lekker, maar we zijn meer geld kwijt dan we van plan waren. Enfin, we houden ons voor dat het vast ter ere van Vaderdag is...

Na de maaltijd moeten de varkenshaasjes er weer afgewandeld worden. Buiten het terrein van de jachthaven slaan we linksaf: niets te zien behalve een donker bos en een met hoog gras begroeide dijk,  geplaveid met schapenpoep. Daarna gaan we rechtsaf: niets te zien behalve een donker bos en een gevaarlijk weggetje zonder trottoir. Zie daar de bezienswaardigheden in dit deel van de wereld. Een kleine troost is er nog wel: het verlaten ogende Leemans Gemaal. Het houdt de voetjes in de polder droog door middel van een sluisje met 6 m verval. Er ligt een vaste brug overheen, dus alleen geschikt voor motorjachtjes.


Ik wil terug op de boot nog even naar het voetbal luisteren, maar helaas is de wereldontvanger overleden. Bij nadere inspectie blijken de batterijen in zijn binnenste flink gecorrodeerd te zijn. Er komt geen geluid meer uit. Dan maar gaan slapen. Het voelt heel raar dat het buiten nog licht is wanneer we in bed liggen; dat is me de voorgaande jaren nooit zo opgevallen. Jammer dat we over een week de langste dag alweer hebben gehad.

Op de boot slapen we allebei langer en dieper dan thuis. Waar zou dat aan liggen? Geen idee maar we maken er dankbaar gebruik van. Zondag slapen we dus lekker uit. Geen ontbijt op bed voor Bob. Ik SMS de kinderen nog dat hij op zijn croissantjes met koffie en jus ligt te wachten, maar ze reageren niet...We doen het rustig aan met het idee dat we vandaag op de fiets naar het dorp gaan en daar uitgebreid bij de vissersboten, de sluis en de viskramen gaan kijken. Dat blijkt een verkeerde gedachte want het weerbericht is ondertussen veranderd. Het gaat maandag, op onze beoogde retourdag, harder waaien. Van het vooruitzicht dat we dan een paar uur lang hoog aan de wind tegen golven en windkracht 5 tot 6 op moeten boksen, worden we niet blij. Dus laten we de sightseeing voor wat het is en maken we ons klaar voor vertrek.

Er staat een dikke 5, dus we bereiden ons goed voor. Warme kleren aan, net als zeilpak, laarzen en reddingsvest. Ik smeer de boterhammetjes en zet koffie. We betwijfelen of we daar met deze golfslag zin in hebben, maar voor het geval dat. Bekertjes, frisdrank, waterflessen, koek en chocolade, alle benodigdheden gaan in een kratje dat we in de kuip op de grond zetten. En o ja, ik vis voor de zekerheid ook nog maar  wat zeeziektepilletjes uit de medicijndoos. We zetten het onderste schot in de kajuitingang en het luik gaat dicht. We verwachten dat we water over zullen krijgen, maar zo zijn we op alles voorbereid.


Het wordt inderdaad een hobbelig ritje. De voorpunt verdwijnt nu en dan bijna onder water en het  water golft door de gangboorden. Het waait tot 23 knopen. Op zich zeilt het heerlijk maar de grote golven remmen ons af. Dat is dan wel weer jammer. Het lijkt de achtbaan, de cakewalk en de botsautootjes in één attractie verenigd. Fotograferen of filmen is riskant vanwege het overkomende water en de plotselinge bewegingen. Het lukt, maar ik ben wel extra voorzichtig met het nieuwe fototoestel... Het harpje van de kraanlijn begeeft het en Bob moet wat toeren uithalen om de lijn provisorisch vast te zetten.
We komen met onze hoog-aan-de-windse koers niet eens zo ver onder Makkum terecht. Twee lange laveerslagen later zeilen we de haven binnen. Ondertussen zijn we bijna vijf uur verder.

Al met al hebben we een kort maar krachtig zeilweekend gehad. Een retourtje Makkum - Den Oever met redelijk zwaar weer, maar we hebben heerlijk gezeild. De pilletjes hebben we gelukkig niet nodig gehad...

2 opmerkingen:

  1. Leuk verslagje en erg herkenbaar. Bemoedigend ook: fluitende wind die erger lijkt dan het is, 23 knopen wind die heus wel zeilbaar is, beter op de boot slapen dan thuis... ik kan me er helemaal in vinden! Leuk geschreven ook!

    BeantwoordenVerwijderen