45. Vlieland

Vlieland is een leuk eiland. Het is klein maar het heeft alles: winkeltjes, bos, strand, zee en heel veel fietspaden. Er rijden weinig auto’s en aan één buslijn hebben de eilanders genoeg. Het is erg overzichtelijk allemaal. Er is ook maar eén dorpje, genaamd Oost-Vlieland. Tweelingzus West-Vlieland is rond 1730 opgehouden met bestaan. Stuifduinen en stormvloeden waren er de oorzaak van dat het dorp uiteindelijk in zee terechtkwam en moest worden verlaten.  


 Boven op de Vuurboetsduin staat jawel, de vuurtoren van het eiland. Een tweedehandsje weliswaar, maar dat is hem niet aan te zien. Voordat hij naar Vlieland kwam, deed hij dienst in IJmuiden. Een steil pad met heel veel traptreden leidt naar boven. Met je stramme zeilbootbenen dat pad beklimmen, blijkt een fitnessoefening op zich. Eenmaal boven is het uitzicht subliem. Je ziet in de diepte een klein autonoom staatje waarin het leven wordt geregeerd door de fiets. 



Werkelijk alles gebeurt hier per tweewieler. Het valt soms niet mee om tussen de duizenden andere huurfietsen die ene van jou terug te vinden. Een paar keer per dag zie je de veerboot een nieuwe lading vakantiegangers over het eiland uitstorten. Verbazingwekkend hoe snel die stroom mensen wordt opgenomen en zich (per fiets) over het eiland verspreidt. Met een halfuur is er van de horde niets meer te zien.   

 

De jachthaven ligt een stuk buiten het dorp. Een paar jaar geleden is voor de pleziervaart de kademuur vervangen door boxen. Moesten er voorheen -tig boten verplaatst worden voordat je kon vertrekken, nu lig je helemaal alleen, heel luxe, in je eigen rechthoekige doosje. Ik weet niet wat gezelliger is. De jachthaven is nog onveranderd zeer geliefd onder de (bootjes?)mensen. Het schijnt dat papa’s reeds voor de vakantie hun boot hier naar toe varen om met de veerboot weer naar huis te gaan. Tegen de tijd dat het vakantie is, komt het hele gezin met de emmertjes en de schepjes en een paar koffers naar het eiland, waar hun caravan annex boot in de jachthaven al op ze ligt te wachten. Plek verzekerd. Jammer dat ze op die manier de haven blokkeren voor zeilers die “gewoon” onderweg zijn en voor een nacht een aanlegplaats zoeken. 

 

Het aantal ligplaatsen is met de verbouw van de jachthaven niet vergroot. Op het havenhoofd wappert in het hoogseizoen dan ook de rode vlag nog net zo vaak als tevoren. 


 


Weet die boot-kampeerder niet dat je op Vlieland ook een tent of een huisje kan huren? Dat lijkt me een stuk goedkoper dan het hele jaar een boot onderhouden waar je niet mee vaart! De jachthaven heeft trouwens prachtige steigers met luxe LED-lampjes in het looppad. Mocht je ’s nachts met je slaperige hoofd behoefte hebben om naar het toiletgebouw te strompelen, dan hoef je alleen maar de blauwe lichtjes te volgen. Het is mooi maar het doet wel een beetje buitenaards aan. Op de kant, boven het toiletgebouw, vinden we een restaurant dat er redelijk “yuppig” uitziet. Het is zeer modern ingericht en voorzien van de onvermijdelijke loungesets waarop gehangen kan worden. Op het balkon heb je een prachtig uitzicht over de haven en het wad. En eerlijk is eerlijk: het eten is lekker en het scheelt een heel eind lopen…  

 

 Een deel van de haven is bestemd voor charterschepen volgepropt met hordes opgeschoten jongelui. De schepen draaien in de haveningang en meren achterwaarts af. Even een ietsie pietsie lastig als je met forse dwarsstroom vlak achter ze de haven binnenloopt; maar knap hoe ze het doen. En zonder boegschroef natuurlijk, daar kunnen een heleboel mensen nog wat van leren! 

 Aan de andere zijde van de haven landt elke dag op een klein veldje de SAR helicopter. Hij hopt ‘s morgens van vliegbasis Leeuwarden naar Vlieland en keert ’s avonds weer terug. Blijkbaar fungeert hij als een vooruitgeschoven post voor het ziekenvervoer tussen de eilanden en de vaste wal. Het lijkt me een heerlijk baantje; tweemaal per dag onder alle weersomstandigheden het wad vanuit de lucht mogen aanschouwen. Hoewel, waarmee vermaken die jongens zich de hele dag als er niets gebeurt en dat ding werkloos op dat veldje staat te wachten?   






Elke avond maken we een wandelingetje van de jachthaven naar de veerhaven. Over het voetpad dat direct langs zee loopt. Bij eb kunnen we eindeloos kijken naar de scharrelaars die er met mestvorken wormen staan te steken. Een kunst op zich. De opbrengst wordt later aan vissers verkocht. Het leven is hier goed, de tijd staat stil. Totdat op een gegeven moment het zeilershart weer gaat kloppen. En daar kan zelfs Vlieland niet tegen op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten