11. De Oversteek (2)

In de tochtplanning noteert Bob voor elk uur de richting en de sterkte van de stroom. Dat verwerkt hij in de te sturen kompaskoers. We varen min of meer van boei tot boei, dus zijn berekeningen zijn goed te controleren. We hebben een plotter en zelfs een laptop met elektronische navigatie aan boord, maar het is leuk en nuttig om de navigatie ook met de hand te doen. We proberen een gemiddelde snelheid van 5 knopen aan te houden. Wordt het veel minder, dan gaat de motor bij. Zouden we dat niet doen dan wordt het een never ending story en begint aan het eind van de tocht de stroom tegen te lopen. Bob noteert voor de laatste uren de dieptes boven de Belgische zandbanken. Zo kunnen we ter plekke beslissen, afhankelijk van de wind en de golfslag, welke route we zullen nemen. Mocht de wind gaan aantrekken of draaien dan ligt een draaiboek met de aanlopen van de dichtstbijzijnde Franse en Belgische haven voor het grijpen.



Samen met de Westerly's vertrekken we 's morgens om 7 uur. We houden regelmatig contact met elkaar via de marifoon. Nu en dan zien we in de verte wel een zeiltje, maar het is toch ook wel heel leuk om af en toe een praatje te kunnen maken. Alles loopt voorspoedig. We zeilen bovenlangs de Goodwin Sands en vervolgens op zichtafstand langs de boeien Goodwin Knoll, Mid Falls, Inter Bank, Sandettié West, Sandettié Oost, Ruytingen Noord, DY3 en Nieuwpoort BK. Het weer houdt zich aan de voorspelling en de drukte in de Shipping Lanes valt mee. De grote schepen zien we van verre aankomen. De meeste passeren we voor de zekerheid achterlangs. Ook als dat betekent vaart minderen en koers verleggen: je kan je reuze vergissen in de snelheid van zo’n flatgebouw.




In de Franse territoriale wateren ligt een marineschip voor anker naar ons te kijken maar er gebeurt verder niets. We hijsen voor het eerst in ons leven de Belgische bezoekersvlag. Bij de kust aangekomen duurt het -ondanks stroom mee- langer dan verwacht. Je ziet van verre het strand en de bebouwing en toch lijkt het maar niet op te schieten. Eindelijk komen de houten staketsels van de pier van Nieuwpoort in beeld. We slaken een zucht van verlichting: we zijn aan de overkant. Het was een lange ruk: we hebben 11 uur gevaren. Het Kanaal was één grote klotsbak. Er stond nog een flinke zeegang van de voorgaande dagen maar de wind achter was te zwak om ons lekker door en over de golven te tillen. We zijn moe van het schommelen en het schrap zetten, we hebben stijve benen en een stijf achterste, maar we voelen ons erg voldaan. Ons mini-bootje heeft gedaan wat we van haar verwachtten, en meer dan dat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten