336. Eerste ritje na de winter

Om half tien vertrekken we van huis richting Enkhuizen. Het weer lijkt mooi. Het zonnetje schijnt en er staat nog niet veel wind. We hebben alle bruggen mee. Zelfs voor de brug bij Uitwellingerga hoeven we niet  te wachten. De brug is stuk, bij windkracht 5 of meer draait hij niet. Hij gaat tergend langzaam open. Dat maakt niet uit, zolang de klep maar niet bovenop ons valt als we er net onderdoor varen...

Op het grote water van het Heegermeer en de Fluessen is het best fris. Het winterpak gaat aan. De handschoenen en de pet hadden we al opgezocht en zo is het net uit te houden. De wind komt bijna pal van voren dus het is de hele lange weg motoren. De sluis van Stavoren gaat net open als we aan komen varen; ook die zit mee. 


Buiten staan de golven dwars op de boot: een lekkere koers om na de winter weer in te slingeren... Gek genoeg lijkt het op het open water warmer. De zon schijnt en de wind valt wat ruimer in. We kunnen de hele oversteek heerlijk zeilen en genieten en passant van het zonnetje. 
Om half 5, na 7 uur en 36 mijl varen, arriveren we in Enkhuizen. De Rakker en de Noest liggen al in de haven, wij hoeven alleen maar aan te schuiven. Een warm welkom (met hete koffie en Schippersbitter...) volgt! De beide andere boten zijn nog onderweg en komen morgen aan. 


Wat rest is een heerlijk visje halen en een rondje lopen door de stad. Fijn om na een lange winter weer terug te zijn!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten