56. Carieb 7 - orkaan Omar

Aan het einde van ons verblijf op de Antillen krijgen we nog een tropische verrassing als afscheidscadeautje.
Een depressie die zich ontwikkelt tot een tropische storm en vandaar tot een orkaan categorie 1. Lange tijd komt hij recht op ons af maar gelukkig besluit hij op tijd om ons toch maar te ontwijken. Het is een zeldzaam verschijnsel, want orkanen beperken zich in het orkaanseizoen bijna altijd tot de hogere breedtegraden en zakken zelden af naar het zuiden. We krijgen alleen het staartje mee, maar dat is al een belevenis op zich. Laat staan dat je een echte orkaan over je heen krijgt!

We hebben de terugreis vanuit Bonaire er net opzitten en liggen weer voor anker in het Spaanse Water. Normaal gaan we al tussen negen en tien uur naar bed omdat we ’s morgens vanwege de warmte ook weer heel vroeg opstaan. Deze avond gaan we toevallig op bezoek bij andere Nederlanders die een paar boten verderop liggen. We hebben een hele gezellige avond en blijven lang plakken. Om een uur of 12 begint het te regenen en steekt de wind op. We volgen al dagenlang de berichten van het National Hurricane Center en weten dus wat er aankomt. We haasten ons naar huis voordat het slechte weer echt losbarst.

Ik sta net mijn tanden te poetsen als Henk naar beneden schreeuwt: “Anita, Bob, komen helpen, we slaan los”. Het giet ondertussen en het is steeds harder gaan waaien. Het anker houdt het niet meer en we beginnen achteruit het botenveld in te waaien. Onze catamaran met hoge opbouw en weinig onderwaterschip wordt als een blaadje over het water geblazen.
De catamaran achter ons ligt nog wel vast en wij komen angstig dicht bij hem in de buurt.

Terwijl wij in het donker, in de striemende regen en bulderende wind het anker verder ophalen start Henk beide motoren en zet ze volle kracht vooruit. We komen niet tot nauwelijks van onze plaats. We werken uit alle macht; anker neer en kijken of hij het houdt. Anker weer op. Anker neer, anker op. Andere boten afhouden en ontwijken. Het is heel moeilijk om elkaar in deze heksenketel te verstaan. Onze dinghy hangt toevallig in de davits en fungeert als mega stootkussen. Ik probeer met een grote skippybal schade bij onze achterburen en onszelf te voorkomen. Terwijl we wegwaaien zien we ook andere boten van hun anker slaan. Op sommige boten is iedereen in rep en roer, op andere boten is het leeg aan dek. De bewoners liggen te slapen en hebben niets in de gaten.



Na een aantal pogingen lijkt het anker weer te houden. Het regent en het waait nog steeds heel hard maar de rust aan boord is weergekeerd. We zijn allemaal doorweekt en trekken droge kleren aan. Pfff. Dat was hard werken. Gelukkig liggen wij door de gedraaide wind vooraan in het ankerveld en is er geen kans dat wij iemand bovenop ons krijgen. We gaan alsnog naar bed. Ik lig niet echt rustig en verhuis even later weer terug naar de kuip. Niet ver van ons ligt een boei en in het donker gebruik ik hem als referentiepunt om te controleren of we nog op onze plek liggen. Het is warm buiten, dus ik hang lekker in een hoekje wat te dommelen. Met ontzag kijkend en luisterend naar de natuurkrachten die met ons spelen en met een schuin oog de boei in de gaten houdend. Ik bedenk dat dit voor Bob en mij een goed leermoment is. Weer een bevestiging dat in geval van nood we blijven nadenken en handelen en niet verstijven van angst. Mochten we ooit met ons eigen kleine bootje in moeilijkheden komen, dan houden we dan hoogstwaarschijnlijk het hoofd ook wel koel. Dat is goed om te weten.
Er gebeurt niets meer, het anker houdt en uiteindelijk zoek ik toch ook maar mijn zachte bedje op.



De volgende dag blijft het de hele dag heel hard regenen en waaien. Nu en dan wat onweer erbij. Jammer van onze laatste vakantiedag, maar we zijn wel weer een ervaring rijker. Henk en Bob gaan even kijken in de vlakbij gelegen Caracasbaai. Enorme golven breken daar op de kant; grote keien liggen op de weg. Het nog niet zo lang geleden aangelegde strandje is verdwenen. Het pad, de picknickbanken, de rieten hutjes, alles is weggespoeld. Er is onder water ook heel veel koraal vernietigd. Het zal tijden duren voordat dat weer een beetje is aangegroeid.

We zien in de krant foto’s van Bonaire. Op de voorpagina een plaatje van de zeilboot waar wij een paar dagen geleden nog naast lagen aan de mooring voor Kralendijk. Het schip ligt tegen de boulevard aan gesmeten. We waren dus net op tijd weg. Het vliegveld van CuraƧao heeft ook problemen. Door al het water op de start-en landingsbanen kan er niet gevlogen worden. Gelukkig staat ons vertrek pas voor de volgende dag gepland. Het vliegveld is dan weer open, de KLM vliegt alsof er niets gebeurd is en een grote witte zwaan brengt ons veilig thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten