35. Rondje Noord Holland





Alwéér een week of wat niet geschreven. Het is wat met dat zeilseizoen. Helemaal in de maand mei. De ene vrije dag volgt na de andere. Een paar dagen werken en hup, we zijn weer weg. Mijn hele regelmaat belandt in een keer in de prullenbak. We zijn net thuis of de was vliegt alweer de trommel in om even later weer droog richting boot te verdwijnen, voor het volgende uitje dat op het programma staat. Rennen en vliegen om alle afgesproken verzamelplaatsen voor evenementen met de boot te halen. In deze tijd van het jaar is het werken écht een hele lastige bijkomstigheid tussen de zeiltochtjes door. Laat het de baas maar niet horen…   Enfin. 

Na de meivakantie komt het Rondje Noord Holland. Altijd spannend. Gaat het door, en zo ja, met welk weer. De hele voorafgaande week zit de wind in het noorden. Dat wordt dus Den Helder-IJmuiden dit jaar. We verzamelen voor het gemak halverwege in Enkhuizen. Evert heeft de Oude Haven van Enkhuizen voor een luttel bedrag afgehuurd. Leuk als je door het ophaalbrugje bij de Drommedaris de haven binnenvaart en er hangt een bordje “gereserveerd” op de brug. 




Na het eerste palaver blijken er 22 boten aanwezig te zijn; een heel flottielje dus. De volgende ochtend varen we in optocht de haven uit, richting Den Oever. Helaas staat er heel weinig wind en wordt het vooral een drijfpartij. Bij de meesten gaat uit frustratie al gauw de motor aan.  Tussen de middag arriveren we in Den Oever en persen we ons gezellig met ons allen door de sluis. 




Onze zoon staat al op de steiger te wachten om bij ons op te stappen. Al varend springt hij aan boord. Via Den Oever naar Den Helder. Wat leuk: halverwege zien we een van onze mededeelnemers met zijn catamaran genoeglijk hoog en droog op het zand staan. Raar dat hij dat niet even van te voren heeft gezegd en wat attent dat de KNRM langskomt om poolshoogte te nemen. Later blijkt hij onvrijwillig te zijn drooggevallen en heeft hij zelf te reddingboot gewaarschuwd… Voor niets natuurlijk, want die kunnen in dit geval ook alleen maar adviseren om te wachten totdat het water weer stijgt. In het Amsteldiep zien we de Ovni club droogliggen. Op precies dezelfde plek waar wij over een paar weken met een boot of 20 ook gaan droogvallen. Het is er prachtig weer voor. Jaloers kijken we ze na. We hadden er graag zelf bij gelegen. Zoals altijd is het weer heel gezellig in de Marinehaven. ’s Avonds eten we met een man of 80 de bekende blauwe nasi hap. De arme kok heeft het overdag thuis klaargemaakt omdat hij in de keuken van het restaurant deze aantallen niet kan verwerken. Hij heeft gelukkig veel eer van zijn werk.  





De volgende ochtend vertrekken we om een uur of tien. Voor de kust van Den Helder staat een hele vervelende zee. Het waait harder dan was beloofd en iedereen kruist, al dan niet met wat hulp van de motor, het zeegat uit. In tegenstelling tot de voorspelde noordwestenwind staat er een zuidwesten wind. Dat maakt nogal een verschil, in plaats van rustig voor het lapje naar het zuiden te zakken (we hebben de genaker al klaarliggen) wordt het opkruisen tegen een harde wind en een rommelige zee. Het enige voordeel is dat we wel veel snelheid maken.


 

Solozeiler Simon, van de Kolibri 560, heeft het erg naar zijn zin. Over de marifoon vertelt hij ons dat het lekker gaat en dat hij de bitterballen al op het vuur heeft staan... We schieten harder op dan verwacht en hebben uiteindelijk daarom ook minder last van tegenstroom. Om een uur of vijf lopen we IJmuiden binnen, alweer met grote rollers achter ons aan. Dat schijnen wij hier altijd zo te moeten treffen. We vleien ons met ons allen aan de M-steiger en genieten onder het genot van een “Schippertje”, na van onze prestaties; 32 mijl gebuffeld vandaag. ’s Avonds in het havenrestaurant het gebruikelijke eindpalaver . Kopje koffie, borreltje, veel gelach en veel gepraat. Alle 22 boten krijgen een toespraak, een certificaat, een glas en een applaus. Dat duurt dus wel even... De volgende dag moeten we toch echt richting huis. 







De baas roept. Op de motor door het Noordzeekanaal. Achter het Centraal Station Amsterdam zetten we bij de steiger van de snelboot zoonlief op de wal. Hij neemt de trein terug naar huis. 




Bij de Oranjesluizen komen we Simon met de groene Kolibri weer tegen. Het is druk en het waait aardig, windkracht 4 tot 5. Hij heeft geen tijd om om zich heen te kijken en wringt zich tussen de andere boten door . Het zeilt heerlijk op het Markermeer. We liggen op één oor en varen “als de brandweer” zou Simon zeggen. We gaan gelijk maar door naar Enkhuizen. Om een uur of 6 komen we daar aan; 41 mijl gezeild. Nog meer dan de dag daarvoor dus. De volgende morgen steken we al vroeg een verlaten IJsselmeer over richting Stavoren. Het zonnetje schijnt op het water, een enkel visserbootje in de verte. De gedachte dat onze collega’s alweer hard aan het werk zijn, laat ons dubbel genieten. Zeilend “vliegen” we de Fluessen over en laat in de middag zijn we weer thuis. Wat een super weekend is dit geweest!



































Geen opmerkingen:

Een reactie posten